top of page

“Ik wist niet dat je in België in zo’n situatie kon terechtkomen”

Anouk Bries

 

Daklozen zijn vaak onzichtbaar. Maar om de problematiek aan te pakken, is het juist belangrijk om te begrijpen hoe mensen in die situatie terechtkomen. Daarom gingen we langs voor een kijkje achter de schermen bij Albatros, een opvangcentrum voor dak- en thuisloze mensen.

 


Alles alles alles

Klik. De deur gaat open. Op de binnenkoer zit een man plichtbewust op zijn stoel. Hij lijkt wel een soldaat die de wacht houdt, maar het is gewoon de vriendelijke conciërge van Albatros. Hij verwijst ons door naar Seppe, een sociaal werker die er niet bepaald op voorbereid was om ons vandaag een rondleiding te geven. Maar dat weerhoudt hem er niet van om het met veel plezier te doen.

Er is een verschil tussen een onthaalhuis zoals Albatros en een  crisiscentrum zoals Samusocial. “Er zijn in Brussel op zich wel veel crisisplaatsen. Ik zeg veel, maar er is altijd een gigantisch tekort. Wij krijgen hier elke dag minimaal 10-15 man die nog vragen om hier te komen slapen. Als we die doorverwijzen, zeggen ze altijd: ‘ja, maar daar hebben we al geprobeerd’”, zegt Seppe.


“Er zijn ook nog steeds veel dak- en thuislozen die moeilijk bereikt worden. Een crisiscentrum, dat is een mix van iedereen in een gigantische slaapzalen. Veel mensen zijn daar geïntoxiceerd of zwaar gedrogeerd, en er is ook veel diefstal. Als je dakloos bent, wil je ook niet tussen vijftig andere mensen slapen die dakloos zijn en misschien je weinige bezittingen willen stelen. Heel veel mensen die beroep zouden kunnen doen op Samusocial, doen dat dus bewust niet. Ze slapen nog liever op straat.” zegt Seppe.


“Bij Albatros doen we aan residentiële begeleiding”, vertelt hij. “Ons streefdoel is dat mensen binnen de zes maanden weer op eigen benen staan.” Iedereen die nood heeft aan een slaapplek, kan vanaf 9u ’s ochtends aankloppen bij Albatros. Als er een plek vrij is, mogen mensen op intakegesprek hun verhaal doen. “We bieden niet alleen huisvesting aan. Alles alles alles is inbegrepen. Er wordt voor hen gekookt en we eten ook elke dag samen. In het weekend mogen de bewoners zelf kiezen wat ze koken, maar wel altijd voor iedereen”, vertelt Seppe.  



Een mini kotje

We wandelen verder door het herenhuis en zeggen ‘Bonjour’ tegen enkele bewoners in de gemeenschappelijke ruimte. Seppe neemt ons mee naar het achtergebouw, waar de bewoners slapen. Het is nog voormiddag en de deur is op slot. “Elke dag om 9.30u doen wij kamercontrole”, vertelt hij. “Dat klinkt wat totalitair, maar we komen eigenlijk gewoon even kloppen en vragen: ‘Zijt ge wakker?’ Vroeger deden we dat niet, en merkten we dat de mensen zeker tot 12u in hun bed bleven liggen. Als je op zoek bent naar jobs of appartementjes, dan zijn dat juist de beste uren om iets te doen”, zegt Seppe. De regel is dus dat de deur dicht blijft vanaf 9u30 tot 12u ’s middags. “Daarna mogen ze op bed liggen zoveel ze willen, maar ’s ochtends moeten ze gewoon even productief zijn”, zegt Seppe.


We komen in een gebouw dat iets wegheeft van een studentenresidentie. Achter een van de deuren horen we een hondje blaffen. “Albatros is het enige onthaalhuis in Brussel dat huisdieren toelaat, iets waar dakloze mensen vaak veel belang aan hechten”, vertelt Seppe. Hij laat ons de kamer van een bewoner zien. “Het is niet gigantisch, maar iedereen heeft een kastje, lavabo en bed. Precies een mini-kotje, hè?”



Schimmelvrij appartement gezocht

Elke bewoner van Albatros krijgt een persoonlijke begeleider waarmee ze minstens één uur per week samenzitten. Eén van de bewoners die Seppe begeleidt is Adama, een goedlachse dame die er sinds maart verblijft. Na wat aandringen kan Seppe haar toch overtuigen om haar verhaal tegen ons te doen, ondanks haar zenuwen.


Adama moest absoluut weg uit haar oude appartement, omdat het gevaarlijk was voor haar gezondheid. “In haar appartement groeiden echt champignons en schimmels”, vertelt Seppe. “De witte muren waren groen, hè. Het was schrijnend om te zien. Ze heeft daardoor ook in het ziekenhuis gelegen. Het was echt levensgevaarlijk.” De gemeente erkende dat het appartement  niet langer bewoond mocht worden, maar ze konden ook geen alternatief bieden. Door gezondheidsredenen leeft ze van een laag inkomen, wat het moeilijk maakte om een woonplek te vinden.


Ik vraag haar hoe ze bij Albatros is terechtgekomen. “Ik had een afspraak bij de gemeente met een sociaal assistent om te zoeken naar een nieuwe plek om te wonen. Toen ik daar aankwam, zei de man aan de receptie dat ik helemaal geen afspraak had. Gelukkig kwam de sociaal assistent net naar beneden om me te zoeken”, vertelt Adama. “Gelukkig dat ze toevallig naar beneden kwam, want ik was bijna naar huis gegaan. Zonder haar hulp had ik Albatros nooit gevonden.”


Er waren geen noodopvangplekken beschikbaar toen Adama zonder appartement viel. Bij Albatros had ze meer geluk. “Het was een hele reis. De situatie in het appartement werd levensbedreigend, maar de verhuurder was niet geïnteresseerd. Hij wimpelde het gewoon af. Ik wist niet dat je in een land als België in die situatie kon terechtkomen”, vertelt Adama.  

“Ben je hier gelukkig?”, vragen we. “Ja. Ik heb nu een heldere geest omdat ik de verantwoordelijkheden kan  maakt doorschuifgebaar naar Seppe. Ze lachen. “Ik kan echt mijn hoofd leegmaken en duidelijk zien welke stappen ik moet nemen. Dat kon ik niet. Dus ja, ik ben gelukkig.” Ondanks haar zenuwen is Adama tijdens ons gesprek niet één keer gestopt met lachen.


Ook wanneer we haar vragen of we een foto mogen maken, reageert ze vrolijk. “Zet er maar meteen een zoekertje bij voor een appartement zonder schimmels”, zegt ze al lachend.

“Maar ik denk dat ik … Ik ga de vaardigheden hebben om hier doorheen te komen”, zegt Adama terwijl ze naar haar begeleider kijkt voor bevestiging.

 “Je pense aussi”, bevestigt Seppe met een glimlach.

 


100 views0 comments

Comments


bottom of page